Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen
Als het apparaat in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich binnen in het
apparaat een kleine hoeveelheid vuil ophopen. Dut vuil kan bestaan uit stof, haar en
vezels van tapijten en kleren. Als er vuil op de inkpatronen komt, kan dit inktstrepen en
-vlekken op afgedrukte pagina's veroorzaken. Het strepen van inkt kan worden
gecorrigeerd door het gedeelte rond de inktsproeiers op de hier beschreven manier te
reinigen.
Opmerking Reinig het gebied rond de inktsproeiers alleen als de inkt in uw
afdrukken er streperig en vlekkerig blijft uitzien terwijl u de inktpatronen al hebt
gereinigd met behulp van het bedieningspaneel van het apparaat of met de
software die u bij de HP All-in-One hebt geïnstalleerd.
Werken met inktpatronen
127
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
•
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet
loslaat of vezels achterlaat.
Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van
inktpatronen.
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes
bevatten waardoor de inktpatronen kunnen worden beschadigd).
Let op Raak de koperkleurige contactpunten en de inktsproeiers niet aan. Als
u deze delen aanraakt kan dit leiden tot verstoppingen, inktfouten en slechte
elektronische verbindingen.
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen
1. Zet het apparaat aan en open de klep voor de inktpatroon.
De wagen met printcartridges beweegt geheel naar de rechterkant van het
apparaat.
2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker
los van de achterkant van het apparaat.
Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang de
HP All-in-One geen stroom heeft ontvangen. Als u de stekker weer aansluit,
moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen.
3. Druk voorzichtig op de inktpatroon om deze te ontgrendelen en trek de patroon
naar u toe uit de houder.
Opmerking Verwijder niet beide inktpatronen tegelijk. Verwijder en reinig de
inktpatronen een voor een. Laat een inktpatroon niet langer dan een half uur
buiten het apparaat liggen.
4. Plaats de inktpatroon op een vel papier met de inktsproeiers naar boven.
5. Bevochtig een schuimrubberen veegstokje met gedestilleerd water.
Hoofdstuk 8
128
Onderhoud en problemen oplossen
6. Reinig de voorkant en de randen van het gedeelte rondom de inktsproeiers met
het stokje, zoals hieronder wordt weergegeven.
1 Inktsproeierplaat (niet schoonmaken)
2 Voorkant en randen van gedeelte met inktsproeiers
Let op Maak de inktsproeierplaat niet schoon.
7. Schuif de inktpatroon weer in de sleuf. Duw de inktpatroon voorzichtig naar voren
totdat deze op zijn plaats klikt.
8. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere inktpatroon.
9. Sluit voorzichtig de klep van de inktpatronen en sluit het netsnoer aan op de
achterkant van het apparaat.