HP Officejet J4540 - Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen)

background image

Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop
wel een computermodem is aangesloten, stelt u het apparaat in zoals in dit gedeelte is
beschreven.

Opmerking Als u een computermodem hebt om in te bellen, deelt deze
inbelmodem de telefoonlijn met het apparaat. U kunt de modem en het apparaat
dan niet tegelijk gebruiken. U kunt met het apparaat bijvoorbeeld niet faxen terwijl
u met de computermodem een e-mailbericht verzendt of surft op het internet.

Het apparaat installeren met een computermodem voor inbellen

Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem

Het apparaat installeren met een computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan
deze aanwijzingen om het apparaat te installeren.

Afbeelding 7-6 Achteraanzicht van het apparaat

Hoofdstuk 7

90

Configureren en beheren

background image

1

Telefoonaansluiting op de wand

2

Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt
dit met de 1-LINE-poort

3

Computer met modem

Het apparaat instellen met een computermodem voor inbellen
1.
Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de

computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de poort met het label 2-
EXT aan de achterkant van het apparaat.

3. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken

tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde
van het apparaat.

Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het
apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.

4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van

faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.

Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.

5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
7. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal
belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens
begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en
ontvangt het de fax.

Het apparaat configureren voor faxen

91

background image

Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem
Als u een DSL-lijn hebt en die gebruikt om te faxen, volg dan deze aanwijzingen om
uw fax te installeren.

1

Telefoonaansluiting op de wand

2

Parallelle splitter

3

DSL/ADSL-filter
Verbind het ene uiteinde van de bijgeleverde telefoonaansluiting met
de 1-LINE-poort op de achterzijde van het apparaat. Verbind het
andere uiteinde van het snoer met de DSL/ADSL-filter.

4

Computer

5

DSL/ADSL-computermodem

Opmerking U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle
splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.

Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1.
U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken

tussen de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het
apparaat.

Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSL-
filter te verbinden met de achterzijde van het apparaat, kunt u waarschijnlijk
niet faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u
mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.

Hoofdstuk 7

92

Configureren en beheren

background image

3. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter.
4. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
5. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
6. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal
belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens
begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en
ontvangt het de fax.